Als ik met een klant in gesprek ga, luister ik niet alleen naar wat er gezegd wordt, maar vooral ook naar wat er tussen de regels door klinkt. Ik kijk naar iemands uitstraling, let op details zoals kledingstijl, manier van praten, energie. Wat zegt iemand met woorden – en wat met houding, blik, of kleurgebruik? Al die indrukken neem ik mee, en geef ik de ruimte om te bezinken.

Mijn ontwerpen ontstaan vanuit dat proces van luisteren, voelen, en aanvoelen. Vaak weet ik intuïtief of iets klopt. Mijn gevoel zegt: dit ontwerp staat stevig, dit schuurt nog, dit is spannend, dit heeft lucht nodig. Dat is niet vaag of willekeurig; het is gebaseerd op jaren ervaring, een stevige opleiding én veel mensenkennis. Mijn gevoel is verfijnd geraakt, net als mijn oog voor vorm, ritme, kleur en compositie.

Natuurlijk werk ik volgens ontwerpprincipes. Ik weet wat visueel werkt, en waar harmonie of contrast nodig is. Maar ik geloof ook dat je de mooiste dingen pas maakt als je durft los te laten. De regels kennen – en vervolgens kiezen wanneer je ze buigt. Juist daar, in dat vrije speelveld, ontstaan de ontwerpen die iets nieuws toevoegen. Die voelen als ‘kloppend’, nog voordat je precies kunt uitleggen waarom.

Ik geloof dat ontwerpen niet alleen functioneel of mooi moet zijn, maar ook moet voelen. Een goed ontwerp vertelt een verhaal, zonder dat het schreeuwt. Het klopt in sfeer, toon en uitstraling. Het sluit aan bij de kern van de klant – of dat nu een persoon, merk of organisatie is.